Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gaat toch heen, en [38]bereidt [de zaak] nog meer, dat gij weet en beziet zijn plaats, waar zijn [39]gang is, wie hem daar gezien heeft; want [40]hij heeft tot mij gezegd, [41]dat hij zeer listiglijk pleegt te handelen. 38. Dat is, maakt dat alles wel geboodschap en besteld worde, dat hij ons niet ontsluipe. 39. Hebreeuws, voet; dat is, waar hij zich onthoudt, waar hij gemeenlijk zijn gang heeft, en gaat hem naarstig op het spoor na. 40. David zelf, toen hij nog bij mij was en ik hem vraagde hoe hij zo voorspoedig in den oorlog was. 41. Hebreeuws, dat hij listiglijk handelende listiglijk handelde; of met list omging.